AMICATION

International

NLD

Ondersteunen in plaats van opvoeden

De fundamenten van de amicatieve levenwijze

1. Eigenliefde

Ieder mens kan van zichzelf houden, zoals hij is. Deze constructieve visie op zichzelf komt voort uit de levenswil en wordt door niets en niemand betwijfeld. Eigenliefde is zonder egoïsme en door naastenliefde omgeven.

2. Volwaardigheid

Iedereen is vanaf het begin een volwaardige mens. Niemand moet aan zichzelf werken, zichzelf verbeteren, opgevoed worden, om een "juiste" of "betere" mens te worden, want iedereen is op ieder moment van zijn leven een volwaardige mens. Men kan zichzelf altijd veranderen: dit gebeurt altijd op het 100-%-niveau van de volwaardigheid en eigenliefde.

3. Zelfverantwoordelijkheid

Mensen worden met de bekwaamheid geboren om voor zichzelf verantwoordelijk te zijn en om waar te nemen hetgeen voor zichzelf het beste is. Dit is geen eigenschap die zich pas in de loop van het groter worden ontvouwt, maar een bekwaamheid, die vanaf het begin opbeperkt aanwezig is. De zelfverantwoordelijkheid gaat nooit helemaal verloren, wat er ook in het leven gebeurt.

4. Soevereiniteit

Niemand moet iets doen of laten, wat hij niet doen of laten wil. Niemand is onderworpen aan een of andere plicht, waar hij zelf niet mee instemt. Geen enkele norm heeft het recht zich boven iemand te plaatsen. Waar iemand ook mee geconfronteerd wordt, ieder beslist vanuit die eigen soevereiniteit zelf, hoe hij daarmee zal omgaan. De uit de soevereiniteit voortkomende vrijwilligheid opent de toegang tot congruentie, authenticiteit en empathie.

5. Gelijkwaardigheid

Niets en niemand staat boven of onder iemand anders: het paradigma van de gelijkwaardigheid van alle fenomenen is van kracht. In plaats van het verticale denkbeeld met zijn boven-onder-structuur, bestaat het horizontale beeld van de grote vlakte, waarop ieder product dat tot de dingen of tot de niet-dingen behoort een gelijkwaardige plaats heeft. De afzonderlijke persoon gaat op eigen verantwoordelijkheid met deze veelvoudigheid om. Welke beslissing hij ook moge nemen en op basis van welke criteria hij zijn keuze ook maakt, nooit zal datgene, waarvoor hij niet gekozen heeft, als minderwaardig worden geclassificeerd. Iedereen verbindt de postmoderne gelijkwaardigheid met persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn eigen constructieve en subjectieve ethiek.

6. Subjectiviteit

Mensen interpreteren de wereld - ieder op zijn eigen subjectieve manier. Objectieve, van mensen losgekoppelde waarheden bestaan niet. Ook natuurwetenschappelijke inzichten, zijn uiteindelijke inzichten van concrete mensen met hun subjectieve wereldbeschouwing en zijn onderworpen aan de loop van de geschiedenis. Dat betekent dat niemand met recht aan iemand anders, zijn eigen visie op de dingen opdringen kan. ("Zie dat nu maar in, ik heb gelijk"), maar dat iedereen zijn eigen subjectieve visie uitdraagt.

7. Foutloosheid

Niemand kan een echte fout maken - want er bestaat geen objectieve, boven de afzonderlijke persoon verheven, maatstaf. Overtredingen tegen afspraken zijn geen fouten in de objectieve zin van het woord, maar zijn zinvolle afwijkingen van de vastgestelde weg. Men kan zich ieder moment corrigeren; daarbij wordt de gecorrigeerde stap toch gewaardeerd als "zinvol handelen in het verleden".

8. De sociale dimensie van de mens

Mensen zijn sociaal constructief, met deze potentie worden ze geboren. Zij houden rekening met de ander, om van deze, belangrijke dingen voor zichzelf te krijgen: geborgenheid, sympathie, liefde. Vanwege het eigen voordeel houdt de een rekening met de ander ("sociaal automatisme"), hij zorgt ervoor dat het de ander goed gaat, want dit heeft liefde en aandacht van de ander tot gevolg. Sociaal gedrag is de uitwerking van de eigenliefde. Niemand hoeft sociaal gedrag, naastenliefde, het rekening houden met de ander, geleerd te krijgen: mensen zijn hiertoe reeds bij de geboorte in staat en ze maken er ook gebruik van in het eigen voordeel (maar het is wel zo, dat ze in de ontplooiing van deze eigenliefde gestoord worden).

9. Waardering voor de innerlijke wereld

Zelfverantwoordelijkheid en subjectiviteit betekenen een eigenstandige en soevereine innerlijke wereld bij iedere afzonderlijke persoon. "Innerlijke werelden" bestaan er als universeel principe van de innerlijke structuur overal: in atomen, stenen, planten, dieren, mensen. Voor de innerlijke wereld van de mens bestaat fundamentele waardering, in die innerlijke wereld wordt nooit ingegrepen in de betekenis van, dat daar iets zou moeten zijn, wat de ander niet wil hebben ("Zie in, dat!”).

10. Zelfhandhaving in de buitenwereld

De waardering voor de innerlijke wereld betekent niet het moeten dulden van handelingen in de buitenwereld. Op het gebied van het handelen gedraagt iedereen zich zo, zoals dat voortvloeit vanuit zijn verantwoordelijkheid voor zichzelf. Dit gedrag in de buitenwereld kan overeenkomen met de voorstellingen die de ander daarvan heeft, of het kan daar ook aan tegengesteld zijn. Bij een confrontatie of een onoverbrugbare tegenstelling heeft ieder het recht, ten behoeve van het veiligstellen van de eigen identiteit, zo weerbaar te zijn als iemand kan en wil. Maar bij alle zelfhandhaving in de buitenwereld - gaat de waardering voor de binnenwereld van iedere mens niet verloren.

11. Empathie

De vrijwilligheid en de waardering voor de innerlijke wereld maken het mogelijk, dat het invoelingsvermogen van de mens zich zo ontplooien kan, zoals ieder dat werkelijk wil - en niet zo, zoals het op een of andere manier zou moeten zijn. De empathische potentie van de mens komt vrij. Antwoorden op de vraag "Wie ben ik?" en "Wie ben jij?" worden bij het opsporen van de werkelijk existerende persoon, die ieder zelf is en die de ander is, op een dieper gelegen emotioneel vlak gevonden. Dit geldt echter steeds in zoverre, iemand dit, rekening houdend met de omstandigheden, voor zichzelf wil realiseren (er bestaat geen plicht tot empathie). Een bijzonder gebied, dat in de empathie ligt opgesloten, is de omgang met conflicten: "de empathische conflictoplossing" treedt in de plaats van destructieve gevechten.

12. Opvoedingsvrijheid

Het respect voor de innerlijke wereld, het weten van de subjectiviteit van inzichten en de erkenning van de gelijkwaardigheid van alle fenomenen, hebben het einde van de culturele missioneringgedachte tot gevolg. Een andere cultuur, religie, ethiek, filosofie, etc. hoeft niet meer naar de eigen voorstellingen, omgevormd te worden. Dit geldt ook ten opzichte van kinderen en betekent de overwinning op de kerngedachte die de opvoeding altijd heeft bepaald: dat men van kinderen mensen kan maken, die overeenkomen met de voorstellingen die voortvloeien uit de toevallige cultuur van hun ouders. De relatie tot het kind komt in de plaats van opvoeding tot mens.